In een gezamenlijke verklaring met een aantal andere federaties, zoals de Belgische Bierbrouwers, Horeca Vlaanderen en Unizo, hebben we met de vzw Belgische Wijnbouwers aan de federale regering onze bezorgdheid geuit over het recente wetsontwerp betreffende de reclame voor alcoholhoudende dranken van de federale minister van Volksgezondheid. Hieronder vind je de integrale tekst van de brief die we hierover naar de Eerste Minister hebben gestuurd.
Brussel, 22 Maart 2024
Meneer de Eerste Minister De Croo,
Wij willen graag uw aandacht vestigen op het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende de reclame voor alcoholhoudende dranken dat op 19 januari 2024 door de federale minister van Volksgezondheid bij de Europese Commissie werd ingediend in het kader van de TRIS-procedure. Het doel van het ontwerp van Koninklijk Besluit is de tenuitvoerlegging van het Interfederaal Alcoholplan dat werd overeengekomen in maart 2023.
Hoewel we als economische actoren volledig achter het doel van het Interfederaal Alcoholplan staan om overmatig en schadelijk alcoholgebruik tegen te gaan, moeten we er toch op wijzen dat dit ontwerp van Koninklijk Besluit in zijn huidige vorm een aantal fundamentele aandachtspunten oproept :
- Rechtsonzekerheid, door niet te voorzien in een datum van inwerkingtreding, een overgangsperiode of een duidelijke definitie van het toepassingsgebied;
- Schending van het vrije verkeer van goederen bij gebreke aan maatregelen die evenredig zijn aan het nagestreefde doel, door het opleggen van een educatieve slogan die elke reclame, elke merknaam of elk logo moet vergezellen;
- Het niet eerbiedigen van de hiërarchie van normen en bevoegdheden door het opleggen van een reclameverbod op televisie en radio, waarvan de regelgevende bevoegdheid bij de gemeenschappen ligt;
- Onwettigheid en niet-naleving van de wet van 24 januari 1977 door aan de minister bevoegdheden te delegeren die bij wet aan de koning zijn voorbehouden.
Als beroepsverenigingen maken we ons ernstige zorgen over de gevolgen van deze juridische ongerijmdheden niet enkel op de economische activiteit van onze leden, maar vooral ook op de rechtsonzekerheid die er door dreigt te ontstaan .
Allereerst, komt de definitie van “reclame” in artikel 1, waaronder “het aanbrengen van een merknaam of logo eveneens als reclame wordt beschouwd”, niet overeen met het in het Interfederaal Alcoholplan voorziene toepassingsgebied, noch met de definitie van “reclame” in het Wetboek van Economisch Recht. Een dergelijke definitie zou een hele reeks elementen kunnen omvatten die niet onder het toepassingsgebied van reclame vallen, zoals fysieke etiketten op flessen, borden in de buurt van productielocaties, op niet-alcoholische producten die hetzelfde merk hebben als een alcoholisch product (bijv. Chimay-kaas), die de gezondheidsboodschap moeten bevatten waarnaar wordt verwezen in artikel 7 van het ontwerp van Koninklijk. De opname van verpakkingen in het toepassingsgebied van het ontwerp van Koninklijk Besluit zou bijzonder problematisch zijn vanwege de impact ervan op de interne markt van de EU en het vrije verkeer van goederen. De voorgestelde definitie zou ook alle sponsoractiviteiten omvatten, wat vragen oproept over de praktische uitvoering van de verplichtingen (hoe voeg je bijvoorbeeld de gezondheidsinformatie toe naast een logo op een affiche of shirt) en de gevolgen op lange termijn voor de financiële levensvatbaarheid van bepaalde activiteiten die afhankelijk zijn van sponsoring door marktdeelnemers in de alcoholsector.
In tweede instantie kunnen wij niet akkoord gaan met de wijze waarop de formulering van de gezondheidsboodschap zal gebeuren, meer bepaald dat die in een later stadium door de minister van Volksgezondheid zal worden vastgesteld. In dit verband dient gewezen te worden op de vaste rechtspraak van de Raad van State volgens dewelke de Koning/de Regering aan een minister slechts bevoegdheden kan overdragen in de mate en voor zover het maatregelen betreft van accessoire of bijkomstige aard, het geen in casu bezwaarlijk kan gezegd worden van de inhoud van de educatieve reclame slogan. Het is van fundamenteel belang dat deze boodschap, om doeltreffend te zijn in het bewustmaken van het overmatig en schadelijk alcoholgebruik, gebaseerd wordt op algemene bewezen effectiviteit en in verhouding moet staan tot het nagestreefde doel. Daarom vragen we het ministerie van Volksgezondheid om alle relevante autoriteiten en belanghebbenden te raadplegen en te betrekken bij het bepalen van de te gebruiken formulering. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de nieuwe slogan ‘Alcoholmisbruik schaadt de gezondheid’ die onlangs door de sector vrijwillig werd aangekondigd vanuit de zelfregulering.
Onze derde bron van bekommernis is de onduidelijke formulering van artikel 6, over degustaties en proeverijen. Het is essentieel om de bedoeling en het doel van deze bepaling verder te verduidelijken, aangezien het niet duidelijk is wat in deze context wordt beschouwd als een promotiecampagne en welke activiteiten nog steeds toegestaan zijn. Hoe zit het bijvoorbeeld met een gratis proeverij tijdens een bezoek aan een productievestiging, het verstrekken van gratis producten voor een liefdadigheidsgala, proefmonsters om met toestemming van de consument een nieuw product op de markt te brengen, enz.?
Tot slot bestaat er onzekerheid over hoe de voorgestelde wetgeving zal worden gecontroleerd en gehandhaafd. Het Interfederaal Alcoholplan vermeldt de oprichting van een onafhankelijk orgaan om de marketing van alcohol te controleren. Het plan stelt dat dit orgaan de sector zal raadplegen. Dit doet de vraag rijzen naar de precieze rol van de Belgische zelfregulerende instantie voor reclame (JEP – Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame).
In het licht van onze gedeelde en extreme bezorgdheid roepen we samen op tot een open dialoog tussen de minister van volksgezondheid, de regering, de FOD Volksgezondheid en de betrokken overheidsdiensten Economie, Middenstand en de regionale administraties Toerisme en Sport alsook de marktdeelnemers die deze brief hebben ondertekend. Op die manier kan de formulering van het ontwerp van Koninklijk Besluit ten gronde aangepast worden, in lijn met de gemaakte politieke afspraken in het interfederaal alcoholplan alvorens het af te kondigen. Zo garanderen we de rechtszekerheid voor marktdeelnemers die deze regels moeten toepassen.
Wij danken u voor uw aandacht en staan tot uw beschikking voor eventuele verdere raadplegingen.
Met de meeste hoogachting.
Belgische Brouwers, Krishan Maudgal, CEO
Belgische Wijnbouwers, Lodewijk Waes, Voorzitter
Buurtsuper, Luc Ardies, Gedelegeerd Bestuurder
Comeos, Domique michel , CEO
Fédération Horeca Bruxelles-Brussel, Matthieu Léonard, Président
Fédération horeca Wallonie, Luc Marchal, Président
Fevia, Bart Buysse, CEO
Horeca Vlaanderen, Matthias De Caluwe, CEO
UBA , United Brand Association, Luc Suykens, CEO
UNIZO, Danny Van Assche, CEO
UCM, Caroline Cleppert, Secrétaire Générale
Vignerons de la Wallonie, Pierre H. Rion, Président
Vinum Et Spiritus, Geert Van Lerberghe, Algemeen Directeur